vrijdag 16 november 2012

Kwam de gletsjerman Ötzi uit Hoboken?





Kwam de gletsjerman Ötzi uit Hoboken?

We gaan het hier even hebben over fungi.  Niet zozeer over pizza funghi, de met champignons bestrooide lekkernij uit Pizzahut. Hoewel.
Fungi is immers de Latijnse verzamelnaam voor alles wat we kennen als schimmels, paddenstoelen en zwammen. De Fungi vormen een rijk apart, net zoals het dieren- en plantenrijk. Ze zijn geen dieren, maar behoren ook niet tot het plantenrijk omdat ze geen gebruik maken van de fotosynthese en dus geen zonlicht nodig hebben om te groeien.  Hierdoor kunnen ze ondergronds leven, in muren en grotten maar ook in levende en dode organismen.

Schimmels bestaan meestal uit ondergrondse draden die we maar herkennen wanneer hun zaadvruchten als paddenstoelen of zwammen uit de grond schieten. Sommige van deze zwammen zijn zo klein dat  ze enkel met een sterke microscoop waarneembaar zijn. Andere worden dan weer ontzettend groot en oud. Zo staat er volgens Wikipedia in Engadin (Zwitserland) een schimmel van ongeveer 1000 jaar oud die met zijn schimmeldraden 800 bij 500 meter bestrijkt. Dit zou echter niet de grootste zijn: die eer valt een honingzwam in de Amerikaanse staat Oregon te beurt, die naar schatting 2400 jaar oud is en een omvang heeft van 890 hectare. Het grootste organisme op aarde is dus een zwam.

Nu heb je waarschijnlijk al opgemerkt dat er deze herfstmaanden heel veel paddenstoelen de kop opsteken. Schimmels hebben een voorliefde voor dode materie en de vallende rottende bladeren vormen een prima bedje om de zaadvruchten van de schimmels, de paddenstoelen dus, hun werk te laten doen. 
Op fort 8 vind je momenteel op de grond heel veel eekhoorntjesbrood en andere boleten, honing- en vliegenzwammen. Aan de bomen hangen dan weer de berkenzwam (Piptoporus betulinus) en tondelzwam (Fomes fomentarius). Vaak zegt de aanwezigheid van die  schimmels veel over de inwendige toestand van een boom.  Klim daarom nooit in een berkenboom gesierd met een berkenzwam, zijn stabiliteit is echt niet meer zo evident.

Voorts zijn schimmels goede indicatoren voor de natuurwaarden van de aanwezige biotoop. Onder andere door het vegetatiebeheer met grote grazers (konikpaarden en gallowayrunderen) zijn bepaalde mestzwammen in de Hobokense polder teruggekeerd, wat dan weer bevorderlijk is voor de biodiversiteit.

De veel op beukenbomen voorkomende tondelzwam of tonderzwam werd reeds door onze verre voorouders gebruikt om vuur te maken. De gedroogde zwamvlok werd hiervoor in een tondeldoos bewaard om gebruik makend van vuursteen of wrijfboog een beginnend gloeiend vuurtje te stoken. In het Duits heet deze tonderzwam trouwens ein Zundel, en als een Duitser het licht of vuur aansteekt zegt hij: das Licht oder Feuer anzünden. 
De op een hoef lijkende tondelzwam vinden we nog veel terug in onze naar de aanwezigheid van hoge beuken streek. Nu had de op de grens van Italië en Oostenrijk gevonden gletsjerman Ötzi, die meer dan 5000 jaar geleden de vriesdood vond in de Alpen, zo een tondelkoker bij zich.  Kwam hij misschien uit Hoboken? Ook had hij een uit een boom gedraaide boog bij zich.  Een draaiboom ?

Eric Servais



Geen opmerkingen:

Een reactie posten