zondag 9 december 2012

Even gaat de poort dicht...


Maar vanaf half januari staan we opnieuw paraat voor groepen, en vanaf mei starten de vrije wandelingen opnieuw. 
We houden u op de hoogte. In 2012 bezochten 545 mensen het fort met een gids van onze gidsenwerking. We telden 6 vrije wandelingen (die van september moest worden afgelast) en 7 groepen. Daarnaast was er de fortengordel. Op de vrije wandelingen telden we 164 deelnemers, Dat betekent een gemiddelde opkomst van 27 personen. Tijdens de fortengordel namen we om en bij de 200 bezoekers op sleeptouw. De 7 groepen waren goed voor gemiddeld 25 à 26 bezoekers. De fortgidsen zijn hiermee zeker tevreden, maar het kan beter. 


Voor 2013 staat de ontwikkeling van het educatief belevingsspel voor kinderen op het programma. Hiermee willen we ook een jong publiek warm maken voor deze fascinerende plek. We hebben ook een project voor erfgoeddag in situ klaarstaan en uiteraard is er de vijfde editie van de fortengordel die door de sportdienst van de provincie wordt georganiseerd.

Per seizoen plannen we ook minstens één natuurwandeling rond het fort. Op 'hoogdagen' als erfgoeddag en fortengordel gaan we proberen zowel historische als natuurwandelingen aan te bieden. 

De gidsenwerking ijvert ook voor informatieborden bij de verschillende fortgebouwen en - plaatsen. Wij steken ons licht op bij alle mogelijke instanties om een duurzame en mooie en vooral duidelijke signalisatie te realiseren. 

2013 is het aanloopjaar naar de vier jaar durende herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Stilaan worden er plannen gemaakt, mensen gecontacteerd, materiaal verzameld. Uiteraard houden wij u langs deze weg op de hoogte.

De olifant komt....

Maar 2013 wordt (hopelijk) het jaar van de mammoet van Hoboken, van de Elephas antiquus (of was het toch een mammuthus primigenius), die in 1862 bij de graafwerken voor fort 8 aan het oppervlak kwam. De restanten bevinden zich in het Natuurhistorisch Museum te Brussel. Wij zijn ervan overtuigd dat slechts weinig Hobokenaren op de hoogte zijn van deze vondst, laat staan dat ze de reconstructie van het skelet ooit hebben gezien. Daarom willen wij dit specimen rond erfgoeddag (21 april) voor enige tijd naar Hoboken halen. Er wordt nog een resem andere projecten aan verbonden, zodat de komst van de prehistorische "olifant" niet onopgemerkt zal blijven. 


Rechts boven het Hobokense exemplaar (nr. 8)

Als wij de mammoet in bruikleen kunnen nemen, zal hij alleszins niet op het fort kunnen opgesteld worden. Daar zijn de condities verre van museaal. Er zal dus meer dan een beetje creativiteit uit de kast  moeten gehaald worden om hem ook in situ te laten verschijnen. Wij geloven erin. 


De gidsenwerking is een werkgroep binnen de erfgoedvereniging 
Het GenOOtschap-stuwgroep vOOr cultuur.
Volg de Gidsenwerking Fort 8 Hoboken (Gé-èF 8) op Facebook




vrijdag 16 november 2012

Kwam de gletsjerman Ötzi uit Hoboken?





Kwam de gletsjerman Ötzi uit Hoboken?

We gaan het hier even hebben over fungi.  Niet zozeer over pizza funghi, de met champignons bestrooide lekkernij uit Pizzahut. Hoewel.
Fungi is immers de Latijnse verzamelnaam voor alles wat we kennen als schimmels, paddenstoelen en zwammen. De Fungi vormen een rijk apart, net zoals het dieren- en plantenrijk. Ze zijn geen dieren, maar behoren ook niet tot het plantenrijk omdat ze geen gebruik maken van de fotosynthese en dus geen zonlicht nodig hebben om te groeien.  Hierdoor kunnen ze ondergronds leven, in muren en grotten maar ook in levende en dode organismen.

Schimmels bestaan meestal uit ondergrondse draden die we maar herkennen wanneer hun zaadvruchten als paddenstoelen of zwammen uit de grond schieten. Sommige van deze zwammen zijn zo klein dat  ze enkel met een sterke microscoop waarneembaar zijn. Andere worden dan weer ontzettend groot en oud. Zo staat er volgens Wikipedia in Engadin (Zwitserland) een schimmel van ongeveer 1000 jaar oud die met zijn schimmeldraden 800 bij 500 meter bestrijkt. Dit zou echter niet de grootste zijn: die eer valt een honingzwam in de Amerikaanse staat Oregon te beurt, die naar schatting 2400 jaar oud is en een omvang heeft van 890 hectare. Het grootste organisme op aarde is dus een zwam.

Nu heb je waarschijnlijk al opgemerkt dat er deze herfstmaanden heel veel paddenstoelen de kop opsteken. Schimmels hebben een voorliefde voor dode materie en de vallende rottende bladeren vormen een prima bedje om de zaadvruchten van de schimmels, de paddenstoelen dus, hun werk te laten doen. 
Op fort 8 vind je momenteel op de grond heel veel eekhoorntjesbrood en andere boleten, honing- en vliegenzwammen. Aan de bomen hangen dan weer de berkenzwam (Piptoporus betulinus) en tondelzwam (Fomes fomentarius). Vaak zegt de aanwezigheid van die  schimmels veel over de inwendige toestand van een boom.  Klim daarom nooit in een berkenboom gesierd met een berkenzwam, zijn stabiliteit is echt niet meer zo evident.

Voorts zijn schimmels goede indicatoren voor de natuurwaarden van de aanwezige biotoop. Onder andere door het vegetatiebeheer met grote grazers (konikpaarden en gallowayrunderen) zijn bepaalde mestzwammen in de Hobokense polder teruggekeerd, wat dan weer bevorderlijk is voor de biodiversiteit.

De veel op beukenbomen voorkomende tondelzwam of tonderzwam werd reeds door onze verre voorouders gebruikt om vuur te maken. De gedroogde zwamvlok werd hiervoor in een tondeldoos bewaard om gebruik makend van vuursteen of wrijfboog een beginnend gloeiend vuurtje te stoken. In het Duits heet deze tonderzwam trouwens ein Zundel, en als een Duitser het licht of vuur aansteekt zegt hij: das Licht oder Feuer anzünden. 
De op een hoef lijkende tondelzwam vinden we nog veel terug in onze naar de aanwezigheid van hoge beuken streek. Nu had de op de grens van Italië en Oostenrijk gevonden gletsjerman Ötzi, die meer dan 5000 jaar geleden de vriesdood vond in de Alpen, zo een tondelkoker bij zich.  Kwam hij misschien uit Hoboken? Ook had hij een uit een boom gedraaide boog bij zich.  Een draaiboom ?

Eric Servais



Masterplan Fort 8




Op 27 oktober had er een inspraakvergadering plaats over het masterplan voor Fort 8. De bijeenkomst was vooral gericht op de omwonenden. De verenigingen die een lokaal hebben in het fort hadden een dag of wat eerder hun zegje mogen doen. Om één of andere reden was de Gidsenwerking Fort 8 niet uitgenodigd voor de verenigingenvergadering, zodat wij dan maar naar het inspraakmoment voor de buurtbewoners trokken. 

Een beetje pijnlijk is het dan te horen dat het merendeel van de aanwezige vertegenwoordigers van de stad die sinds de fusie (1983!) eigenaar is van het fort, zich nog nooit de moeite had getroost fort 8 te bezoeken. Het plan werd bovendien voorgesteld door de nieuwe verantwoordelijke voor het project, en niet door de opsteller van de tekst, wat af en toe leidde tot vergissingen. Waarom stel je zoiets dan niet gewoon uit, denk ik dan. Behoorlijk wat omwonenden zijn inmiddels op stang gejaagd, willen petities starten en waarvoor? Het gaat uiteindelijk nog maar om ideeën, om richtlijnen. En geld om het uit te voeren, is er niet, wordt in de - bomvrije - (wandel)gangen gefluisterd.

Doel van het masterplan is inhoudelijke input geven aan een RUP (Ruimtelijk uitvoeringsplan). Het vertrekt van drie functies:  een socioculturele functie, een park- en een sportfunctie.



1. Cultuurcluster

Het eigenlijke fort vormt de socioculturele zone. De huidige invulling (verenigingen) van de caponnières en het hoofdfrontgebouw moet bewaard blijven. In het reduit wordt door de Scheld'apen een jeugdculturele zone ontwikkeld.



Hoofdingang Fort 8 (Foto NdS2012)

Het historisch fort  moet opgewaardeerd worden. Het aanbod in de culturele- recreatieve cluster moet omhoog. Er moet werk gemaakt worden van de inpassing van de cultuur-recreatieve cluster in het stedelijk netwerk.
Om het historisch fort 'leesbaar' te maken, wordt het glacis (laadplatform) ontruimd en de loods afgebroken.  Of het glacis ook gedeeltelijk wordt hersteld is ons niet duidelijk.
Vooraan het fort zou de groendienst verdwijnen en ook die loodsen worden afgebroken, zodat opnieuw de hoofdingang kan gebruikt worden.  Houdt  dit de restauratie in van de wachtlokalen en de bomvrije gang naar het reduit ?  Zeer de vraag.  
De 'sportschuur', naar onze menig ook een lelijk ding,  blijft behouden.




Wachtlokaal (Foto VC2012)

2. Parkcluster
Amerikaanse vogelkers (Foto VC2012)
Eenstijlige meidoorn (Foto VC2012)


In de voorbereidende fase werd een inventaris gemaakt van de aanwezige planten. Er komen verschillende rode lijst-soorten voor op fort 8.  De bosvegetatie is er vrij jong. Dat is logisch, want tot na WO I kwamen er geen bomen voor, behalve in de strategische bosjes. Die dateren van de tijd van de bouw van het forrt, maar zijn in Hoboken verdwenen.  De begroeiing bestaat voornamelijk uit zomereik en éénstijlige meidoorn. Sneeuwbes en Amerikaanse vogelkers zijn de meest prominente exoten en moeten zoveel mogelijk teruggedrongen worden ten voordele van inheemse bomen en heesters. De platanen die de bedekte weg afboorden, moeten behouden blijven. Voor de daken wordt gepleit voor een hakhoutbeheer. Het is niet geheel duidelijk welke daken worden bedoeld: hoofdfront, caponnières, reduit, contrescarp?  Verder moet een veiligheidskap gebeuren en moeten open plekken gecreëerd worden. Kortom er is bosbeheer nodig.




Volgt een pleidooi voor meer wandelpaden. Wanneer ik vraag de oude (soldaten)paden opnieuw vrij worden gemaakt, blijkt weer eens dat dit inspraakmoment onvoldoende werd voorbereid.  Ik probeer nog een keer: iedereen kent de weg aan de buitenkant van de gracht, die met de platanen, maar ook aan de binnenkant was er een pad waar de soldaten wacht liepen. Die is weliswaar op sommige plaatsen overwoekerd, maar is nog goed leesbaar.  Het aanleggen van nieuwe paden en het vrij maken van bestaande wegen zal zeker impact  hebben op de flora en fauna, maar de historische paden zijn zeker te verantwoorden. Antwoord: er is helemaal nog niet nagedacht over hoe de paden er gaan uitzien. Vreemd, er stond in het voorontwerp van het masterplan zelfs een plannetje van de gewenste padenstructuur. Bon.  Overigens blijkt uit de discussie die volgt, dat huidige recreatieve gebruikers van het fort niet onmiddellijk de meerwaarde van extra wandelpaden inzien.
Nog een suggestie van de gidsenwerking: maak de gracht volledig rond. Dat hoeft niet noodzakelijk over de volle breedte. Zo komt er natuurlijke stroming en dat brengt zuurstof in het water. De vissen zullen dit zeer waarderen. Geen reactie.


3. Sportcluster
Net als huizen in de Schansstraat, is de aanwezige sportinfrastructuur in parkgebied zonevreemd. Een en ander moet dus geregulariseerd worden. 
Voor de buurt betekent het uitbreiden en reorganiseren van de sportcluster vooral overlast. Nu al stelt zich tijdens de wedstrijden van de sportteams het probleem van parkeeroverlast en sluipverkeer, voornamelijk dan in de buurt van de Verenigde Natieslaan en de Den Haaglaan. Het voorgestelde  parkeerbeleid wordt dan weer vooral als nefast ervaren voor de bewoners van de Schansstraat. Daar wordt een parking voor 200 wagens voorzien. Op het terrein van het fort worden alle wagens geweerd.
De noodzaak van de aanleg van extra sportterreinen (voetbalvelden), wordt door de buurt in vraag gesteld. Misschien moet er eens nagedacht worden over het delen van de terreinen en de infrastructuur.
De opmerkingen van de aanwezigen werden vlijtig genoteerd. In welke mate er rekening mee wordt gehouden? Dat valt af te wachten.  Er staat immers zowel op stedelijk als op lokaal vlak een bestuurswissel voor de deur.
De gidsen volgen de zaak met argusogen. In de volgende edities komen we er zeker op terug.

Vera Caremans  



Hoofdingang (foto NdS)

zaterdag 6 oktober 2012

Dan liever de lucht in !


Jan Van Speijk: "Dan liever de lucht in!"


In mijn vorig artikel had ik het al even over de beschieting van Antwerpen vanuit de citadel door de Nederlanders onder bevel van generaal Chassé.

De Nederlanders verschansten zich ook na de onafhankelijkheid  van België (uitgeroepen op 4 oktober 1830) nog een hele tijd in de dwangburcht.  Twee jaar zullen zij er zelfs stand houden. Daarbij was de sluiting van de Schelde hun grote troef. Alle schepen die op de Schelde voeren, werden door Hollandse marineschepen gecontroleerd. Vanuit de citadel van Antwerpen hielden de koninklijke troepen de stad in de gaten terwijl de Belgische vrijkorpsen en burgerwachten de hele tijd de citadel in het oog hielden.
Op 5 februari 1831 kreeg de 29-jarige Luitenant ter Zee 2de klasse Jan Carel Josephus van Speijk voor de zoveelste keer die winter het bevel zich met zijn kanonneerboot no. 2 naar zijn vaste post voor Oosterweel te begeven om  scheepsladingen te gaan controleren.
Door een felle noordwestenwind slaagde Van Speijk er niet in zijn post te bereiken. De kanonneerboot raakte stuurloos en kwam vast te liggen aan de wal bij het fort Sint Laureis. Antwerpse arbeiders stroomden massaal toe, gevolgd door gewapende burgers en mannen van het vrijkorps. Van Speijk die al een paar maand eerder aan zijn bemanning had aangekondigd dat hij zich nooit zou overgeven aan de Belgen en zijn schip liever zou opblazen, voerde zijn voornemen nu ook uit. Terwijl hij naar verluidt “Dan liever de lucht in!” uitschreeuwde, gooide hij een brandende sigaar in de kruitvoorraad van het schip dat totaal werd vernield: 28 van de 31 bemanningsleden en een onbekend aantal Belgen kwamen om.
De heldendood van Van Speijk had in het noorden een geweldige Van Speijk-cultus tot gevolg. Dat niet alle Nederlandse soldaten overtuigd waren van het “heldhaftige” van zijn daad, bewijst nochtans het relaas van fuselier Johannes van Oostendorp:
«Op den 5 februari 1831 was het hier ontzagwekkend storm weder. De kanoneerboten op de Schelde hadde werk het op hunne ankers te kunnen houde; een van dezelve sloeg los en dreef onder de wal van Antwerpen. (Een klijne inlassing behoort hierbij: er stonde van het begin van antwerpens omgang eenige kanonswagens op de lesplinade tusse de stad en het Citadel. Zij hoorde ons niet, zij hoorde belgië niet, maar eens op eene morgen de schildwagt van de ravelijn hoofdpoort ziende de wagens ware des nags verdwenen, maakte ter stond raport en na dat een parlementeir de stad was ingezonde, bragte ze de kanonswagens niet alleen op hun oude plaats terug, maar bragte ze [deze] tot de Barjeère der Citadel, van waar wij ze binne haalde. Dit geval werd algemeen zoo aan de bezetting van ons als aan die van de schelde per dagorde bekend gemaakt, om bij een of ander gelegenheid geene vrees te koesteren, daar de stad onder bedwang der Citadel lag. Men moet dit wel in het oog houde om andere zake te kunnen beoordelen).


  De belge zulks vernemende, kwamen in troepe te Zamen op die boot aan, zig niet ontziende, hoewel het stilstand van wapenen was. Egter moet men altijd opmerken, de boot werd niet aangevallen door milietijre magt maar het graauw en een opgewonde hoop- egter voor de kommandant hagelijk genoeg. Hij zig als overmeesterd ziende, rekende zig verloren, en niet kunnende verdragen, besloot [tot] een wanhopige daad en liet de Boot met vrind en vijand in [de] lugt vliegen, en ik laat het daar om deze daad te beoordelen, latende dit liever aan wijzer manne over, terwijl ik mij met de heldendaad niet kan verenige. Zo was dan de kommandant van Spijk met eenige zijner manschappe in de Boot weg. Veel sprak men onder ons van die zaak. Die prees zijn mannemoed, de andere wenste weer niet bij zulk een kommandant te zijn.»


Op 21 juli 1831 legde Leopold van Saksen-Coburg de eed af als eerste koning van België. Een week later hield hij zijn Blijde Intrede in Antwerpen. Nauwelijks drie dagen later meldde Chassé dat hij de wapenstilstand opzegde  tegen 4 augustus. Enkele uitvallen uit de citadel volgden. Tegelijk vielen Nederlandse troepen via de Kempen België binnen en rukten via Turnhout, Geel en Diest op naar Brussel. Enige eenheden landden in Kallo. De Nederlanders staken dijken door en zetten de polders ten noorden van Zwijndrecht blank. Zo konden ze het Zuidkasteel bevoorraden. 

Generaal Chassé (Brussel, KLM)
Na tien dagen kon met de hulp van Franse troepen Willems leger grotendeels teruggedreven worden.

In juli 1832 brak de cholera uit in de stad; 570 personen overleefden de ziekte niet.
Toen Willem in 1832 opnieuw weigerde een vredesverdrag te ondertekenen, was voor de grote Europese mogendheden de maat vol.  Franse en Engelse oorlogsschepen blokkeerden de Nederlandse havens en in de herfst van 1832 bracht de Franse maarschalk Gérard een leger van 60.000 man voor de Antwerpse citadel. Het beleg, dat de kenmerken had van een ware loopgravenoorlog, duurde vier weken. Op 14 december slaagden  de  Fransen erin het fort St-Laureis te veroveren. Een week later barstte het vuur in alle hevigheid los op het kasteel. De overmacht van de Fransen was te groot en op 23 december capituleerde de Citadel. De stad vroeg de afbraak ervan. Die zou nog veertig jaar op zich laten wachten.
De Scheldeforten van Liefkenshoek en Lillo bleven nog in Nederlandse handen, maar toch kwam er een einde aan de blokkade van de Schelde.


Vera Caremans


Generaal Chassé verlaat de citadel (Brussel, Koninklijk Legermuseum)


De Antwerpsche Medaille 1832 werd door koning Willem I ingesteld bij koninklijk besluit van 31 mei 1833 en zou worden toegekend, zo stelde het besluit, als "beloning aan hen, die tijdens het beleg der Citadel van Antwerpen in het tijdvak van 28 november tot en met 24 december 1832, in de citadel en onderhorige forten (Vlaamsche Hoofd, Burcht, Zwijndrecht en Austruweel), alsmede op de flottille op de Schelde voor Antwerpen, hebben gediend".



De gidsenwerking is een werkgroep binnen de erfgoedvereniging 
Het GenOOtschap-stuwgroep vOOr cultuur.
Volg de Gidsenwerking Fort 8 Hoboken (Gé-èF 8) op Facebook






Goed bezig?




Mammoet van Lier


Dag lezer,
Het eerste “echte” seizoen van de Gidsenwerking Fort 8 Hoboken loopt stilaan ten einde. Als de nog geplande rondleidingen gemiddeld evenveel bezoekers brengen als de voorbije, zullen we vlotjes de 400 halen. Een aardig resultaat toch.
Terwijl we nog twee vaste rondleidingen voor de boeg hebben en er nog minstens drie groepen worden verwacht, zijn we al volop plannen aan het uittekenen voor 2013. Waar we tot nu toe bijna altijd voor een volwassen publiek hebben gewerkt, focussen we in 2013 op het jonge volkje. We nemen eveneens al een aanloop naar de herdenking van 100 jaar Wereldoorlog I.
Uiteraard mag in deze nieuwsbrief geen historisch artikel ontbreken. We blijven nog even bij het onderwerp van vorig nummer, de onafhankelijkheid van België, maar dan met een focus op Antwerpen.

Kinderspel

Bij grote evenementen als de fortengordel en de Open Monumentendag krijgen wij veel families op bezoek met vooral lagereschoolleerlingen (7 à 12 jaar). Voor de gidsen is het geen gemakkelijke opdracht deze bij de rondleidingen te betrekken, want de materie die wordt verteld is niet eenvoudig. Om kinderen bij de les te houden willen we vooral aan de slag gaan met verhalen over het fort en veel minder inzoomen op het bouwtechnische aspect van de verdedigingslinie.
Een verhaal dat  er zeker bij moet is dat van de mammoet die hier in 1862 werd opgegraven. Minder spectaculair weliswaar dan de recente vondst in Rusland, maar toch belangrijk. Momenteel bevindt het skelet zich in het Natuurhistorisch Museum te Brussel, maar als het even kan, brengen we het voor een poos naar Hoboken.  

Bij een wandeling met kinderen volstaat het niet een tekst op maat te gebruiken, er moet ook  afwisseling zijn en er moet vooral actie en spanning gebracht worden.

Naast de rondleidingen wil het GenOOtschap daarom een belevingsspel voor kinderen laten ontwerpen. Het is hierbij de bedoeling in spelvorm hen één en ander over de geschiedenis van België en over het verdedigingssysteem dat met de forten rond Antwerpen werd ontworpen, bij te brengen. Avontuurlijk ja, maar dus ook educatief. De unieke situatie in Hoboken laat toe het fort te betreden vanuit de vijandelijke stellingen (bres in contrescarp), én (uiteraard) vanuit de stellingen van de verdedigers.
Spannend, educatief en competitief dus. Als het klaar is gaat u het jammer vinden dat u géén min 12-jarige meer bent.

De Groote Oorlog

Het zal geen kinderspel zijn om met de herdenking van 100 jaar Grote Oorlog '14-'18 origineel uit de hoek te komen. Wij willen niet de elfenzeventigste tentoonstelling brengen met allerhande voorwerpen uitgestald in vitrines of met ingelijste foto's aan de muur. Als je in een site als het fort kunt werken, mag het wel wat meer dan een ietsje meer zijn.


Wilde trein

Voedselhulp tijdens Wereldoorlog I
Er zijn al behoorlijk wat ideeën, maar voorlopig kunnen we daar nog niets over kwijt omdat we nog niet weten met wie we na 1 januari 2013 aan de overlegtafel zitten.

Alleszins willen we zeker onze eigen gelederen versterken. Wij zoeken FORT(W)ACHTERS om rondleidingen en activiteiten te begeleiden en om op termijn fortgids te worden. 








maandag 3 september 2012

Geen natuur zonder geschiedenis, geen geschiedenis zonder natuur


Hoofdingang fort 8 (foto VC)


Brede wespenorchis
Brede wespenorchis (detail)
Bij omzwervingen op en rond het fort valt meteen de rijkdom aan planten op. Ze allemaal opsommen zou ons te ver leiden, maar enkele springen toch in het oog. Zo valt aan de inkom van het reduit het grote aantal brede wespenorchissen (Epipactis helleborinne) op,  evenals in de rest van het fort de talrijke muurvarens (Asplenium ruta-muraria) en steenbreekvarens (Asplenium richomanes L.). Dat je hier veel plantenweelde vindt, kan natuurlijk niet echt verbazen. Fort 8 heeft de oppervlakte van een groot park en heel wat natuur bevindt zich vlakbij: de Hobokense polder, het park Sorghvliedt, het Schoonselhof, het groene Hemiksem. 

Het zeer wisselende landschap in fort 8, met steile hellingen, diepten, muren, kalkrijke steenpartijen, vochtige en droge zones, ligt aan de basis van de vrij grote plantenvariatie. Een grondige inventarisatie van de fauna en flora in fort 8 is bij mijn weten nog niet gebeurd, maar onze (nog jonge) gidsenwerking heeft zich tot nu toe hoofdzakelijk op het historische belang van de site gericht en minder op het natuuraspect. Naar eventuele bestaande inventarissen van fauna en flora werd bijgevolg nog niet gezocht. Maar uitstel betekent geen afstel, want in de nabije toekomst willen wij naast historische wandelingen ook natuurwandelingen  organiseren.

Een aantal jaren geleden heeft men op het dak  van het reduit en van de contrescarpgalerij een boomkap toegepast, waarschijnlijk om de waterhuishouding beter onder controle te houden. Daarop heeft zich in de loop der jaren weer een ruigte ontwikkeld, die als ze ongemoeid wordt gelaten, op termijn weer zal evolueren naar een bosvegetatie. Vanuit historisch perspectief is dit echter niet aan te moedigen.
Net zoals bij de andere Brialmontforten, werd boomgroei die het zicht en artilleriegeschut kon hinderen, oogluikend toegestaan na de Eerste Wereldoorlog. 
Muurvaren
Steenbreekvaren
De oudste bomen in fort 8 staan er bijgevolg slechts een goede 90 jaar. Een uitzondering hierop vormen uiteraard de bosjes die juist uit strategisch oogpunt zijn aangeplant met de bouw van de forten ca. 1860. Deze oudere strategische bosjes vinden we op alle forten; ze zorgen er voor de ontwikkeling van andere natuurlijk groeiende plantengemeenschappen (associaties).
Op het gebied van fauna is fort 8 een steeds wisselend en levend gegeven. Dat er diverse vleermuissoorten zoals de watervleermuis (Myotis daubentonii) huizen in het fort is al langer bekend, maar enige dagen terug werd een vos gespot op het domein. Als u overweegt om er te gaan picknicken, hou dan zeker uw kippenboutjes in de gaten.
Vos

Tot besluit een opmerking. Er is onmiskenbaar behoefte aan een degelijk beheer van het fort. Dit moet toezien op zowel waardevolle historische elementen als natuuraspecten.

Die twee zullen soms met mekaar in conflict komen en dan moeten afgewogen, gemotiveerde en gefundeerde en gefaseerde keuzes worden gemaakt. 


Kortom, er is nood aan een beleid gericht op behoud, kaderend in een brede toekomstvisie.

Eric Servais



A Night at the Opera

Vivat de Fransoeëze
Wanneer in juli 1830 te Parijs Charles X van de troon wordt gestoten en plaats moet ruimen voor Louis-Philippe, bijgenaamd de burgerkoning, steekt het idee van een revolutie ook bij enkele groepen in “België” de kop op.
Als dan op 25 augustus 1830 in de Brusselse Muntschouwburg bij de opvoering van de zeer populaire opera La Muette de Portici de hoofdfiguren met vuur ‘Amour sacré de la patrie’ vertolken, en de Franse tenor Jean-François Lafeuillade na de aria meermaals ‘Aux armes!’ uitschreeuwt, weerklinken vanuit de zaal kreten als "Vive la liberté", "A bas le roi", "Mort aux Hollandais" en – zo wordt verteld - ook wel tweetalig "Viva la France, vivat de Fransoeëze". De hele zaak was wellicht volledig geënsceneerd, de claque incluis.

MASANIELLO et PIETRO
La Muette de Portici (II,2), Amour sacré de la Patrie


Mieux vaut mourir que rester misérable !
Pour un esclave est-il quelque danger ?
Tombe le joug qui nous accable.
Et sous nos coups périsse l'étranger !

Amour sacré de la patrie
Rends nous l'audace et la fierté
A mon pays je dois la vie
Il me devra la liberté.

Nog voor het doek viel, verlieten enkele tientallen toeschouwers de zaal. Er werd links en rechts wat geroepen, er ontstonden wat relletjes. De politie keek afwachtend toe. Bij het huis van de uitgever van een regeringsgezinde krant liep het uit de hand. De man was niet thuis en het huis werd aangevallen en leeggeplunderd. Nu moest de politie wel ingrijpen, maar de ordehandhavers werden met alle mogelijke projectielen bestookt, en maakten zich uit de voeten. Het handjevol ongeregeld groeide uit tot een woelige massa die plunderend door de Brusselse straten trok. Het huis van minister van Justitie Van Maanen, werd in brand gestoken en midden in de nacht werd de hulp van het leger ingeroepen. Kort na zonsopgang kwam bij de Magdalenastraat een legereenheid oog in oog te staan met een groep dronken rebellen. Vijf doden aan de kant van de opstandelingen was de trieste balans. Daarna was er geen sprake meer van massaal oproer. Wat kleine schermutselingen, waarbij vooral de machines van bedrijven het moesten ontgelden, kostten nog aan een twintigtal mensen het leven. De door de Zuid-Brabantse gouverneur in der ijl opgerichte burgerwacht had tegen de morgen de toestand onder controle.
Gustaaf Wappers - De Belgische Revolutie

Voorlopig Bewind
De dreigende volksopstand werd door de burgerij als argument gebruikt om van Willem I een pak vrijheden op te eisen, waarbij ondermeer de bestuurlijke scheiding tussen Noord en Zuid. Toen Willem uiteindelijk geneigd was hier op in te gaan, volstond dit niet meer voor de revolutionairen. Zij eisten nu volledige zelfstandigheid. Heel even werd gedacht aan een  bestuurlijke scheiding van Noord en Zuid verenigd in een personele unie onder de Oranjes. Maar verdere straatoproer in de hoofdstad waaraan ook vele vrijwilligers uit andere delen van het land deelnamen, leidden tot radicalisering van de standpunten. Op 22 september liet Willem het Nederlandse leger Brussel binnentrekken. Na vier dagen vechten in en rond het Brusselse Warandepark, bliezen de Nederlanders de aftocht - wellicht om geen bloedbad aan te richten en toch nog enige ruimte te laten voor onderhandelingen. Intussen was op 26 september het Voorlopig Bewind geïnstalleerd.
Ook elders kwam het tot militaire acties waardoor een compromis met Willem alsmaar moeilijker werd.

Chassé
In een ultieme poging om de Zuidelijke Nederlanden onder de Nederlandse kroon te houden werd de Prins van Oranje naar Antwerpen gestuurd, waar hij op 4 oktober arriveerde. De troepen moesten zich echter terugtrekken in de citadel en op 27 oktober richtten de Nederlandse troepen onder bevel van generaal Chassé hun kanonnen op de stad, met 85 - en volgens sommige bronnen 125 - doden tot gevolg. De bestuurlijke scheiding onder dezelfde kroon was niet langer een optie.
Het Voorlopig Bewind dat inmiddels ook op 4 oktober de onafhankelijkheid van België had uitgeroepen,  begon met grondwetswerkzaamheden.

La Muette de Portici

De muziek van De Stomme is van Daniel François Esprit Auber, het libretto van  Germain Delavigne, bewerkt door Auguste Eugène Scribe. Met De Stomme van Portici  kreeg de opera er een heel nieuw genre bij: de Grand opéra. Er waren minimaal 5 bedrijven, ballet, een historische kern, veel spektakel, grootse decors en weelderige kostuums. 

Naast Auber schreven Giacomo Meyerbeer, Fromental Halévy en Gioacchino Rossini belangrijk werk in het genre.
Het verhaal  van De Stomme van Portici speelt in 1647 en is gebaseerd op een historische gebeurtenis, een Napolitaanse opstand tegen de Spaanse overheersing, die geleid werd door de visser Masaniello. In het libretto wordt deze historische kern flink aangedikt met andere, gefingeerde verhaallijnen.
Hoofdpersoon is het doofstomme vissersmeisje Fenella uit Portici, een havenstadje dichtbij Napels. Zij is de zuster is van de historische leider van de opstand. Zij wordt verleid door prins Alfonso de Arco, zoon van de tirannieke Spaanse onderkoning van Napels. Zijn interesse in haar is slechts van korte duur, want hij staat aan de vooravond van zijn huwelijk met de Spaanse prinses Elvira. Alfonso laat Fenella opsluiten, maar zij slaagt erin te ontsnappen. Agenten van Alfonso achtervolgen haar, en dan wordt zij in bescherming genomen door Elvira, die met afschuw verneemt wat haar verloofde heeft uitgevreten.
Met gebarentaal weet Fenella haar broer duidelijk te maken wat er met haar gebeurd is, en Masaniello spoort de Napolitanen aan tot opstand tegen de Spaanse tiran. Masaniello wordt zelf koning van Napels gekroond. Als zijn aanhangers prinses Elvira kwaad willen doen, neemt Masaniello haar in bescherming uit dankbaarheid voor wat zij voor zijn zuster heeft gedaan.
De revolte wordt neergeslagen. De opstandelingen hebben weinig begrip voor het feit dat Masaniello prinses Elvira in bescherming nam. Zij verdenken hem ervan dat hij hun zaak verraden heeft en doden hem.
De mythe
Door die avond in augustus 1830 is de opera symbool geworden voor de Belgische opstand tegen de Nederlandse overheersing, en daarmee ook voor de Belgische eenheid. Het verhaal over het revolutionaire effect van De Stomme van Portici is uiteraard geromantiseerd en wat overdreven. Er waren in die zomer van 1830 wel meer redenen voor revolte, zo bijvoorbeeld honger door een mislukte oogst en het Franse voorbeeld van een maand eerder.



In de Brusselse Muntschouwburg werd in 1930 de opera nog integraal uitgevoerd om het honderdjarig bestaan van het land te vieren. En vanaf september 1944 hadden veertien voorstellingen plaats om de bevrijding van Brussel van de Duitsers te onderlijnen. Maar dat was dan ook de laatste keer dat De Stomme er te horen was. Vrijwel niemand heeft de opera integraal gezien, of gehoord, maar toch wordt hij algemeen omschreven als een ‘draak’, een onding, zowel inhoudelijk als muzikaal.

Afgelopen seizoen (april 2012) plaatste de  Munt de opera opnieuw op het repertoire, maar hij zou niet in Brussel opgevoerd worden. Daarvoor was de politieke situatie met de pas herstarte regeringsonderhandelingen te explosief. En dus ging de opvoering door in Parijs. Daar heeft de productie alleszins geen revolutie veroorzaakt. Mogelijks krijgen we in Brussel – zij het dan met vertraging – binnenkort toch een (concertante) uitvoering, althans zo beloofde Muntdirecteur Peter De Caluwe. Na wat ik van de productie in Parijs hoorde, zal ik alvast mijn uiterste best doen hiervoor een kaartje te bemachtigen.

Vera Caremans


De gidsenwerking is een werkgroep binnen de erfgoedvereniging Het GenOOtschap-stuwgroep vOOr cultuur.

dinsdag 31 juli 2012

Gegroet !


Gegroet

De Gidsenwerking Fort 8 Hoboken (Gé-èF 8) stelt u graag haar webstek voor.
Langs deze weg willen wij u op de hoogte houden van onze activiteiten en projecten. De gidsen van fort 8 hebben immers grootse plannen voor de komende jaren.

Activiteiten
Veruit de belangrijkste activiteit is onze maandelijkse rondleiding met een gids.
Van mei tot en met november kan u op de tweede zondag van de maand het (binnen)fort bezoeken.
Het eerstvolgende bezoek is gepland op 12 augustus e.k. Vertrekpunt Schansstraat 7, om 14 uur.
Komt u graag met een groep op een andere dag? Dat kan. Stel een datum voor en wij trachten u op uw wenken te bedienen.

Onze tweede activiteit heeft te maken met het schoonhouden van het wandeltraject. Meerdere mensen maken gebruik van het fort, maar niet iedereen voelt zich daarbij geroepen de gemaakte troep achter zich op te ruimen. Drankblikjes, bekers, flessen, maar ook fietsonderdelen en half verkoolde tuinstoelen... vonden we er her en der verspreid. Uiterst storend als je dan moet wijzen op de schoonheid van de bakstenen constructie en het historisch belang van dit stuk erfgoed. Eind juli gingen we aan de slag. In enkele uren tijd werd een hele kar rommel verzameld voor afvoer. Niet alles kon meegenomen worden, maar de toegankelijkheid van sommige plaatsen is aanzienlijk verbeterd. In de toekomst hopen wij hiervoor op de hulp te kunnen rekenen van enkele fort(w)achters, die wij bij grotere manifestaties ook als onthaalmedewerkers en stewards willen inzetten. Interesse? Laat het ons weten via mail fortgidsen@hobokencultuurt.be.

Projecten
Naast de gewone dagelijkse activiteiten hebben wij enkele grotere meerjarenprojecten op stapel staan.
Om jongere bezoekers aan te trekken, al dan niet in schoolverband, wordt een educatief belevingsspel uitgewerkt. Wij willen kinderen laten kennismaken met de geschiedenis van fort 8 en de andere forten rond Antwerpen. Het belevingsspel moet dus historisch verantwoord zijn. Maar tegelijk moet het spannend en leuk om te spelen zijn  met verschillende ploegen. We willen dit spel op punt hebben tegen 2014. Dan beginnen de herdenkingsprojecten en  -plechtigheden voor honderd jaar Groote Oorlog.

Voor de herdenking 1914 - 2014 trekken we dus ook naar het fort. Antwerpen was in 1914 nog altijd het Nationaal Reduit van België en de forten kregen een belangrijke rol toebedeeld. In de volgende nieuwsbrieven komen we hierop nog uitvoerig terug.

Eerst is er nog 2013 met o.m. de vijfde editie van de fortengordel. Als Hoboken meedoet met het fietsfeest van de provincie, zal dit - net als de voorbije jaren - gepaard gaan met geleide wandelingen en een kunstproject. De gidsen zijn er klaar voor.


Fort Art Fort 2012
Tekstwerk voor Hoboken
Vaast Colson (°1977)
(foto VC - 2012)




Gevelrestauratie
Het spreekt voor zich dat wij als erfgoedvereniging ook aandacht schenken aan de restauratiewerken aan het reduit van het fort. Ook daar zullen wij regelmatig verslag over uitbrengen.



Masterplan fort 8
Nog iets om op de voet te volgen. Het fort is grotendeels bovenlokale materie, dus bevoegdheid van de stad en niet van het district Hoboken. Dat maakt het opvolgen van het dossier niet altijd eenvoudig. Maar wij doen ons best om geïnformeerd te blijven en vervolgens u te informeren.

Brochure
De brochure Aandacht voor fort 8 is pas verschenen. Het handig boekje op A5-formaat telt 24 blz. U kan een exemplaar reserveren door een bericht te laten op fortgidsen@hobokencultuurt.be of op onze facebook pagina.
Uiteraard hebben wij nog liever dat u het meeneemt na deelname aan één van onze geleide wandelingen. De brochure is gratis. De rondleidingen eveneens.

Wij, dat zijn de fortgidsen Vera Caremans en Eric Servais.


De berichten verschijnen maandelijks.
De gidsenwerking is een werkgroep binnen de erfgoedvereniging Het GenOOtschap-stuwgroep vOOr cultuur.
Volg ons ook op Facebook http://www.facebook.com/pages/Gidsenwerking-Fort-8-Hoboken-G%C3%A9-%C3%A8F-8/390164227710483


http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=BLLSP_20120724_001