De Brialmontforten rond Antwerpen werden gebouwd tussen 1859 en 1865. Om een goed begrip te krijgen van de ontstaansgeschiedenis van dit verdedigingssysteem van België, moeten wij ons verhaal veel vroeger beginnen, nog voor er van een onafhankelijk België sprake was.
We
hadden het al eerder over de Belgische onafhankelijkheid. In deze bijdrage gaan
we nog enkele jaren verder terug in de tijd.
Het Congres van Wenen
Na de nederlaag van
Napoleon bij Leipzig en zijn verbanning naar Elba riep de Oostenrijkse prins
Metternich een congres bijeen te Wenen dat moest zorgen voor een nieuwe
Europese orde. Grote delen van Europa waren na 1792 geannexeerd bij Frankrijk
of stonden onder Franse invloed omdat Napoleon er een familielid op de troon
had gezet.
De gesprekken startten
op 8 september 1814. De belangrijkste deelnemende landen waren Groot-Brittannië,
Pruisen, Rusland en Oostenrijk, maar ook Frankrijk. De inrichters vonden
dit noodzakelijk om de stabiliteit in Europa voor de toekomst te waarborgen.
Bedoeling van het Congres
Het Congres wou in de meeste landen de vorstelijke macht
restaureren en het door Frankrijk verstoorde machtsevenwicht
herstellen. De grens van Frankrijk werd teruggedrongen tot de grens van
1792. Verdwenen staten werden opnieuw opgericht. Zo o.m. de Pauselijke
Staten. Vroegere machthebbers kregen hun troon terug volgens het
legitimiteitprincipe: de voormalige verdreven vorsten, werden
gerehabiliteerd als legitieme heersers. De Bourbons namen de tronen
van Frankrijk en Spanje weer in, het Huis Bragança
kwam in Portugal aan de macht en de Oranje-Nassaus
werden aangesteld over Nederland, hoewel zij daar voorheen nooit een
vorstelijke positie hadden bekleed. Het Heilig Roomse Rijk was de grote
uitzondering. Dat hield definitief op te bestaan.
Van vernieuwing was geen
sprake. Van
zodra ze opnieuw aan de macht waren, wilden de vroegere heersers de ideeën van
de Franse Revolutie over boord gooien en terugkeren naar het Ancien Regime.
Uiteraard botste dit met het principe van de volkssoevereiniteit
uit de Verlichting en de Franse Revolutie.
Op administratief vlak bleef wel één en ander overeind. Het
kadaster en Rekenhof bleven bestaan evenals het Burgerlijk wetboek,
de zogeheten Code Napoleon. Ook de bestuurlijke indeling in provincies,
arrondissementen, kantons en gemeenten bleef behouden.
Het machtsevenwicht in Europa moest hersteld worden. De
grenzen van Europa werden opnieuw getekend. Dat ging gepaard met heel wat
problemen. Staten,
die onder Napoleons heerschappij een gebiedsuitbreiding hadden bekomen, waren
er tegen dat hun bezittingen zouden afgenomen worden. Tegelijk drongen de
landen die door Napoleon gebiedsverlies hadden geleden erop aan dat ze hun
gebieden zouden terugkrijgen.
De strijd ging vooral
over Polen, waar Rusland een oog had op laten vallen en over de Pruisische
aanspraak op Saksen.
De onderhandelingen
schoten niet op. Het congres dreigde uiteen te vallen en nu en dan dreigden
gewapende conflicten.
Om te verhinderen dat Frankrijk opnieuw een
expansieoorlog zou beginnen, werd het land omringd door redelijk sterke
autonome bufferstaten. Daartoe werd uiteindelijk ook het Verenigd
Koninkrijk der Nederlanden gesticht door samenvoeging van de noordelijke zeven
provinciën met delen van de vroegere Habsburgse Zuidelijke Nederlanden. Om dit gebied te verdedigen werden de vroegere barrièresteden in ere hersteld.
Het congres loopt niet,
het danst
De gezanten met hun
entourage van raadgevers en bedienden vormden een bont gezelschap van enkele
duizenden personen, waarbij de Oostenrijkers erop toezagen dat hun hoge gasten
niets tekort kwamen tijdens hun verblijf in Wenen. De vele bals en partijen
ontlokten Charles-Joseph van Ligne de opmerking: “Het Congres loopt
niet, het danst!"
Vele waarnemers van het Congres beklaagden zich over het heersende
immobilisme. Velen kwamen ook onder de indruk van de tentoongespreide pracht en
grandeur. De algemene secretaris Friedrich von Gentz beschreef dit gebeuren
zeer beeldend in een brief van 27 september 1814 maar beklaagde er zich ook
over dat er weinig vooruitgang geboekt werd:
"De
stad Wenen biedt tegenwoordig een verrassende aanblik: alles wat Europa aan
hoogstaande personen te bieden heeft, is hier op uitstekende wijze
vertegenwoordigd. De keizer, de keizerin, en de grootvorstinnen van Rusland, de
koning van Pruisen en meerdere prinsen van zijn hof, de koning van Denemarken,
de koning en de kroonprins van Beieren, de koning en de kroonprins van
Württemberg, de hertog en de prinsen van de vorstenhuizen van Mecklenburg,
Saksen-Weimar, Saksen-Coburg, Hessen,… de helft van de voormalige rijksvorsten
en rijksgraven en uiteindelijk het enorme aantal gemachtigden over grote en
kleine Europese mogendheden – dit alles veroorzaakt een beweging en zo’n
verscheidenheid aan taferelen en interesses, dat alleen dit buitengewoon
tijdperk, waarin wij leven, iets dergelijks kon voortbrengen. De politieke
aangelegenheden, die de achtergrond van dit tafereel vormen, hebben daarentegen
nog geen echte vooruitgang gebracht.”
“Die
Stadt Wien bietet gegenwärtig einen überraschenden Anblick dar; alles was
Europa an erlauchten Persönlichkeiten umfasst ist hier in hervorragender Weise
vertreten. Der Kaiser, die Kaiserin und die Großfürstinnen von Rußland, der
König von Preußen und mehrere Prinzen seines Hauses, der König von Dänemark,
der König und der Kronprinz von Bayern, der König und der Kronprinz von
Württemberg, der Herzog und die Prinzen der Fürstenhäuser von Mecklenburg,
Sachsen-Weimar, Sachsen-Coburg, Hessen usw., die Hälfte der früheren
Reichsfürsten und Reichsgrafen, endlich die Unzahl von Bevollmächtigten der
großen und kleinen Mächte von Europa - dies alles erzeugt eine Bewegung und
eine solche Verschiedenheit von Bildern und Interessen, dass nur die
außerordentliche Epoche, in der wir leben, etwas Ähnliches hervorbringen
konnte. Die politischen Angelegenheiten, welche den Hintergrund dieses Bildes
sind, haben indessen noch keinen wirklichen Fortschritt gebracht."
Von Gentz (1764-1832)
was tijdens het congres een raadgever van de Oostenrijker Metternich.
Cent-Jours
Het congres was nog volop aan de gang toen
op 26 februari 1815 Napoleon Elba ontvluchtte. Op 1 maart
arriveerde hij met een legertje van 800 man in
de Franse havenstad Cannes. Snel trok hij met zijn persoonlijke
garde op naar het noorden, richting Parijs. Op 20 maart zetelde
hij weer in zijn keizerlijk paleis.
Na de
verbanning van Napoleon naar het eiland Elba hadden de geallieerden hun legers
teruggetrokken naar de zuidelijke Nederlanden. Daar maakten Wellington, Blücher
en de Prins van Oranje zich nu op voor een nieuwe confrontatie en rukten op
richting Frankrijk. Napoleon wilde zijn vroegere keizerrijk heroveren, en wel
zo snel mogelijk. Hij mobiliseerde in twee maanden tijd een leger van 200.000
manschappen en trok met 120.000 daarvan naar de Frans-Belgische grens. Op 14
juni stak hij die over. De slag bij Waterloo op 18 juni 1815 betekende definitief het
einde van Napoleon. Hij werd opnieuw opgepakt en verbannen naar het Britse
eiland Sint –Helena in de Atlantische Oceaan. Daar overleed hij in 1821.
Gedwongen samenwerking tussen de Europese vorsten
Aan de uitkomst van het
Congres veranderde er niets. Na Waterloo begon men met de uitvoering van de
congresbesluiten.
Geen enkel land mocht een
agressieve buitenlandse politiek voeren of zware politieke veranderingen op
binnenlands vlak doorvoeren.
Bij het hertekenen van de
grenzen hield men geen rekening met de rechten van de volkeren. Maar de
ideeën van volkssoevereiniteit, scheiding van de machten en mensenrechten waren
wel degelijk doorgedrongen bij heel wat burgers. Die wilden dan ook inspraak of
een eigen staat. Er ontstonden nieuwe revolutionaire stromingen: liberalisme en
nationalisme.
Deze dreigingen dwongen de
Europese machthebbers tot afspraken en samenwerking.
Vier grootmachten vormden
daarom de Heilige Alliantie: Groot-Brittannië, Rusland, Oostenrijk en
Pruisen. In 1818 sloot Frankrijk zich aan bij dit verbond dat men vanaf
dan de Grote Alliantie noemde. Omwille van de voelbare revolutionaire sfeer verschoof het accent naar het bedwingen van eventuele opstanden.
Ondanks de Grote Alliantie werd Frankrijk haast de gehele 19de eeuw beschouwd als de te duchten vijand. Zowel het verdedigingssysteem dat in 1815 in de Nederlanden werd toegepast, als de plannen die volgden na 1830, waren op een mogelijke aanval vanuit Frankrijk berekend. Tot het midden van de 19de eeuw bleef het enkel bij plannen. Toen kwam Brialmont en werden de plannen ook effectief uitgevoerd. Het duurde echter niet lang voor men merkte dat de oosterbuur van België wel eens voor problemen zou kunnen zorgen.
Bibliografie
DENECKERE, G. Leopold I. De eerste koning van Europa. Antwerpen,
2011.
FALTER, R. België. Een geschiedenis zonder land. Antwerpen, 2012.
WITTE, E., J.-P. NANDRIN, E. GUBIN en G. DENECKERE, Nieuwe geschiedenis van België, deel I: 1830 – 1905. Tielt, 2005.
ZAMOYSKI, Adam – De ondergang van Napoleon en het Congres van Wenen.
(Oorspronkelijke titel: Rites of Peace. The Fall of Napoleon & The Congress of Vienna. Uitgegeven door Harper Press,UK ,
2007), 4de druk, Amsterdam ,
2011.
FALTER, R. België. Een geschiedenis zonder land. Antwerpen, 2012.
WITTE, E., J.-P. NANDRIN, E. GUBIN en G. DENECKERE, Nieuwe geschiedenis van België, deel I: 1830 – 1905. Tielt, 2005.
ZAMOYSKI, Adam – De ondergang van Napoleon en het Congres van Wenen.
(Oorspronkelijke titel: Rites of Peace. The Fall of Napoleon & The Congress of Vienna. Uitgegeven door Harper Press,
Vera Caremans
© 2013