In 2012 vroeg Het
GenOOtschap-stuwgroep voor cultuur subsidies aan voor een erfgoedproject op
fort 8 via het Erfgoedconvenant. Bedoeling was een soort belevingsspel te laten
ontwikkelen, zodat kinderen tussen ca. 7 en 12 jaar op speelse wijze kennis
konden maken met de site.
De hoed van Napoleon |
Voorbereiding
Gespecialiseerde
spelontwikkelaars werden gecontacteerd, maar konden niet leveren wat wij voor
ogen hadden, althans niet voor het beschikbare bedrag. Dat bleek immers amper
20 % van wat zij als kosten raamden. Daar konden we enkel een paar bordspellen
voor laten maken en wat puzzels, maar verder niets. Vermits ik zelf altijd een
geweldige hekel heb gehad aan gezelschapsspelletjes, was dat geen optie.
Wilden we méér
dan bordspellen, moesten we zelf aan de slag. We gingen op zoek naar bruikbare
initiatieven en parcours voor kinderen. De oogst was niet bepaald
overweldigend, maar we wisten nu wel hoe de professionelen met dergelijke
opdrachten omgaan.
Als voorbereiding
werden educatieve projecten van musea bezocht en enkele vergelijkbare
sites als het Fort Napoleon in Oostende, Fort Liefkeshoek en de Waterburcht
Pietersheim in Lanaken.
Keuzes
Eerst en vooral
bepaalden we de doelgroep: jeugdbewegingen?, scholen? families?
We kozen voor
families.
We stippelden dan een traject uit langs de belangrijkste gebouwen van het fort, want de instructiebrochure is uiteraard ook een gidsje. Bij elke plaats werd een spel bedacht of werd een gekend spel wat aangepast. Omdat we ons richten tot gezinnen met kinderen, moesten we verschillende formules bedenken voor één, twee of meer kinderen. Wat als de vriendjes willen meekomen? Ook daaraan moest worden gedacht.
We stippelden dan een traject uit langs de belangrijkste gebouwen van het fort, want de instructiebrochure is uiteraard ook een gidsje. Bij elke plaats werd een spel bedacht of werd een gekend spel wat aangepast. Omdat we ons richten tot gezinnen met kinderen, moesten we verschillende formules bedenken voor één, twee of meer kinderen. Wat als de vriendjes willen meekomen? Ook daaraan moest worden gedacht.
Om een zo ruim
mogelijk publiek te bereiken, werd geopteerd voor 'gewone'
spelletjes en niet voor technologische hoogstandjes.
Moeilijkheden
Er stelden zich
behoorlijk wat problemen: de site fort 8 is niet volledig
afsluitbaar, is niet bewaakt, heeft geen museale of educatieve
functie en, niet onbelangrijk, er is geen personeel voorhanden,
enkel een handvol vrijwilligers. Er kan geen speel- of infomateriaal
permanent opgesteld worden. Alle benodigdheden moeten steeds
aangevoerd worden naar de plaats van het spel net voor of op het ogenblik dat
men wil spelen.
Het parcours
en de spelvorm met opdrachten die uiteindelijk werden ontwikkeld,
komen tegemoet aan de (meeste) problemen.
De praktijk
Het programma
richt zich zoals gezegd op gezinnen met kinderen. Er kan gespeeld worden vanaf
één kind tot twee groepjes van 5 (dus 10 kinderen in totaal).
Wij hebben geen
personeel om de spelers te begeleiden en we moeten het 'secretariaat' kunnen
bemannen, dus moet elk kind of groepje kinderen vergezeld zijn van een volwassene. Dat
is de spelleider en materiaalmeester.
Wij willen een speels educatief project opzetten, geen vrijwel kosteloze kinderopvang organiseren.
Wij willen een speels educatief project opzetten, geen vrijwel kosteloze kinderopvang organiseren.
Spelmunitie |
Er werd gelet op hygiëne en veiligheid. Zo bevat elk koffertje een basis EHBO kit en een gemakkelijk te reinigen fluitje als alarm. Op heel wat plaatsen in en bij het fort heeft een gsm geen bereik. Het geluid van een fluitje draagt behoorlijk ver.
Voor een bepaald
spel worden blaaspijpjes gebruikt. Die zijn voorzien van afneembare en dus
makkelijk te reinigen mondstukken. Veiligheidsbrillen beschermen de ogen
voor de papieren pijltjes.
Met de
jongerenwerking Formaat werd de afspraak gemaakt dat enkele van hun jongeren
toezicht houden op het terrein op de speeldagen.
De vereniging
sluit voor de spelers een verzekering af. Daarom moet elke speler
zich registreren. Het materiaal wordt gratis, maar tegen een
waarborg ter beschikking gesteld. Voor de verzekering wordt een kleine bijdrage
gevraagd.
Tijdens een
speeldag zijn enkel de vijftien spellocaties op het fort toegankelijk. Per locatie is een mobiel infobord voorzien. Op deze
infoborden staat ook welke veiligheidsvoorschriften op die plek in acht moeten
genomen worden.
Na het spelen
leveren spelers en spelleiders het materiaal in en wordt het terrein gecheckt
en waar nodig opgeruimd.
In 2014 willen
wij een viertal "familiedagen" organiseren. Op termijn zal worden
getracht met hetzelfde materiaal een aanbod voor scholen te realiseren.
Vera Caremans