Vivat de Fransoeëze
Wanneer in juli 1830 te Parijs Charles X van de troon
wordt gestoten en plaats moet ruimen voor Louis-Philippe, bijgenaamd de
burgerkoning, steekt het idee van een revolutie ook bij enkele groepen in
“België” de kop op.
Als dan op 25 augustus 1830 in de Brusselse
Muntschouwburg bij de opvoering van de zeer populaire opera La Muette de Portici de hoofdfiguren met
vuur ‘Amour sacré de la patrie’ vertolken, en de Franse tenor
Jean-François Lafeuillade na de aria meermaals ‘Aux armes!’ uitschreeuwt,
weerklinken vanuit de zaal kreten als "Vive la liberté", "A bas le roi", "Mort aux Hollandais"
en – zo wordt verteld - ook wel tweetalig "Viva la France, vivat de Fransoeëze". De
hele zaak was wellicht volledig geënsceneerd, de claque incluis.
MASANIELLO et
PIETRO
La Muette de Portici (II,2), Amour sacré de la Patrie
Mieux vaut mourir que rester misérable !
Pour un esclave est-il quelque danger ?
Tombe le joug qui nous accable.
Et sous nos coups périsse l'étranger !
Amour
sacré de la patrie
Rends nous l'audace et
la fierté
A mon pays je dois la
vie
Il me devra la liberté.
Nog voor het doek viel, verlieten enkele tientallen
toeschouwers de zaal. Er werd links en rechts wat geroepen, er ontstonden wat
relletjes. De politie keek afwachtend toe. Bij het huis van de uitgever van een
regeringsgezinde krant liep het uit de hand. De man was niet thuis en het huis
werd aangevallen en leeggeplunderd. Nu moest de politie wel ingrijpen, maar de
ordehandhavers werden met alle mogelijke projectielen bestookt, en maakten zich
uit de voeten. Het handjevol ongeregeld groeide uit tot een woelige massa die
plunderend door de Brusselse straten trok. Het huis van minister van Justitie
Van Maanen, werd in brand gestoken en midden in de nacht werd de hulp van het
leger ingeroepen. Kort na zonsopgang kwam bij de Magdalenastraat een
legereenheid oog in oog te staan met een groep dronken rebellen. Vijf doden aan
de kant van de opstandelingen was de trieste balans. Daarna was er geen sprake
meer van massaal oproer. Wat kleine schermutselingen, waarbij vooral de
machines van bedrijven het moesten ontgelden, kostten nog aan een twintigtal
mensen het leven. De door de Zuid-Brabantse gouverneur in der ijl opgerichte
burgerwacht had tegen de morgen de toestand onder controle.
|
Gustaaf Wappers - De Belgische Revolutie |
Voorlopig Bewind
De dreigende volksopstand werd door de burgerij als
argument gebruikt om van Willem I een pak vrijheden op te eisen, waarbij
ondermeer de bestuurlijke scheiding tussen Noord en Zuid. Toen Willem
uiteindelijk geneigd was hier op in te gaan, volstond dit niet meer voor de revolutionairen.
Zij eisten nu volledige zelfstandigheid. Heel even werd gedacht aan een bestuurlijke scheiding van Noord en Zuid
verenigd in een personele unie onder de Oranjes. Maar verdere straatoproer in
de hoofdstad waaraan ook vele vrijwilligers uit andere delen van het land
deelnamen, leidden tot radicalisering van de standpunten. Op 22 september liet
Willem het Nederlandse leger Brussel binnentrekken. Na vier dagen vechten in en
rond het Brusselse Warandepark, bliezen de Nederlanders de aftocht - wellicht
om geen bloedbad aan te richten en toch nog enige ruimte te laten voor
onderhandelingen. Intussen was op 26 september het Voorlopig Bewind
geïnstalleerd.
Ook elders kwam het tot militaire acties waardoor een
compromis met Willem alsmaar moeilijker werd.
Chassé
In een ultieme poging om de Zuidelijke Nederlanden
onder de Nederlandse kroon te houden werd de Prins van Oranje naar Antwerpen
gestuurd, waar hij op 4 oktober arriveerde. De troepen moesten zich echter
terugtrekken in de citadel en op 27 oktober richtten de Nederlandse troepen
onder bevel van generaal Chassé hun kanonnen op de stad, met 85 - en volgens
sommige bronnen 125 - doden tot gevolg. De bestuurlijke scheiding onder
dezelfde kroon was niet langer een optie.
Het Voorlopig Bewind dat inmiddels ook op 4 oktober de
onafhankelijkheid van België had uitgeroepen,
begon met grondwetswerkzaamheden.
La Muette de Portici
De muziek van De Stomme is van Daniel François Esprit Auber, het libretto
van Germain Delavigne, bewerkt door Auguste Eugène Scribe. Met
De Stomme van Portici kreeg
de opera er een heel nieuw genre bij: de Grand opéra. Er waren minimaal
5 bedrijven, ballet, een historische kern, veel spektakel, grootse decors en
weelderige kostuums.
Naast Auber schreven Giacomo Meyerbeer, Fromental Halévy
en Gioacchino Rossini belangrijk werk in het genre.
Het verhaal
van De Stomme van Portici speelt in 1647 en is gebaseerd op een
historische gebeurtenis, een Napolitaanse opstand
tegen de Spaanse overheersing, die geleid werd door de visser Masaniello. In
het libretto wordt deze historische kern flink aangedikt met andere,
gefingeerde verhaallijnen.
Hoofdpersoon is het doofstomme
vissersmeisje Fenella uit Portici, een
havenstadje dichtbij Napels. Zij is de zuster is van de historische leider van
de opstand. Zij wordt verleid door prins Alfonso de Arco, zoon van de
tirannieke Spaanse onderkoning van Napels. Zijn interesse in haar is slechts
van korte duur, want hij staat aan de vooravond van zijn huwelijk met de
Spaanse prinses Elvira. Alfonso laat Fenella
opsluiten, maar zij slaagt erin te ontsnappen. Agenten van Alfonso achtervolgen
haar, en dan wordt zij in bescherming genomen door Elvira, die met afschuw
verneemt wat haar verloofde heeft uitgevreten.
Met gebarentaal weet Fenella haar
broer duidelijk te maken wat er met haar gebeurd is, en Masaniello spoort de
Napolitanen aan tot opstand tegen de Spaanse tiran. Masaniello wordt zelf
koning van Napels gekroond. Als zijn aanhangers prinses Elvira kwaad willen
doen, neemt Masaniello haar in bescherming uit dankbaarheid voor wat zij voor
zijn zuster heeft gedaan.
De revolte wordt neergeslagen. De
opstandelingen hebben weinig begrip voor het feit dat Masaniello prinses Elvira
in bescherming nam. Zij verdenken hem ervan dat hij hun zaak verraden heeft en
doden hem.
De
mythe
Door die avond in augustus 1830 is de
opera symbool geworden voor de Belgische opstand tegen de Nederlandse
overheersing, en daarmee ook voor de Belgische eenheid. Het verhaal over het
revolutionaire effect van De Stomme van Portici is uiteraard geromantiseerd en
wat overdreven. Er waren in die zomer van 1830 wel meer redenen voor revolte,
zo bijvoorbeeld honger door een mislukte oogst en het Franse voorbeeld van een
maand eerder.
In de Brusselse Muntschouwburg werd in
1930 de opera nog integraal uitgevoerd om het honderdjarig bestaan van het land
te vieren. En vanaf september 1944 hadden veertien voorstellingen plaats om de
bevrijding van Brussel van de Duitsers te onderlijnen. Maar dat was dan ook de
laatste keer dat De Stomme er te horen was. Vrijwel niemand heeft de opera integraal
gezien, of gehoord, maar toch wordt hij algemeen omschreven als een ‘draak’,
een onding, zowel inhoudelijk als muzikaal.
Afgelopen
seizoen (april 2012) plaatste de Munt de
opera opnieuw op het repertoire, maar hij zou niet in Brussel opgevoerd worden.
Daarvoor was de politieke situatie met de pas herstarte regeringsonderhandelingen
te explosief. En dus ging de opvoering door in Parijs. Daar heeft de productie
alleszins geen revolutie veroorzaakt. Mogelijks krijgen we in Brussel – zij het
dan met vertraging – binnenkort toch een (concertante) uitvoering, althans zo
beloofde Muntdirecteur Peter De Caluwe. Na wat ik van de productie in Parijs
hoorde, zal ik alvast mijn uiterste best doen hiervoor een kaartje te
bemachtigen.
Vera Caremans
De gidsenwerking is een werkgroep binnen de erfgoedvereniging Het GenOOtschap-stuwgroep vOOr cultuur.